Zodra hij de deur opent, vallen de geuren die zo bij haar horen over hem heen en daarmee ook de herinneringen. Dit is nog steeds haar plek, haar thuis en nu wordt het ook weer dat van hem. Met een glimlach haakt hij de sleutel aan zijn bos. Het metaal heeft een diepe afdruk in het leer van zijn portefeuille achtergelaten. Hij weet dat de afdruk maar langzaam zal vervagen.
Zijn blik valt op de foto’s op het lage kastje in de woonkamer. Haar ouders, haar twee zussen en daartussen zijn gezicht in een donker frame. Mensen die belangrijk voor haar zijn. In de keukenkast staat haar koffiemok rechts naast die van hem en in de slaapkamer is het bed alleen aan zijn kant opgemaakt. Aan de andere kant zijn de lakens rommelig opengeslagen. Daar slaapt zij, altijd aan zijn rechterkant, ook als hij er niet is. Omdat ze weet dat hij dat graag zo wil. Nog steeds. De tussenliggende tijd heeft niets veranderd.
Hij gaat op de rand van het bed zitten en duwt de lakens tegen zijn gezicht. Haar geur. Al haar geuren. Parfum, zeep, maar ook haar zweet. Zoetig. Net als altijd brengt het een reactie teweeg in zijn lichaam en het verlangen naar haar fysieke aanwezigheid stuurt kloppend het bloed door zijn aderen. Ook dat is niet veranderd.
Hij voelt de versnelde hartslag in zijn vingertoppen als hij de geborduurde kaft van het schrift op haar nachtkastje openslaat. Haar handschrift is rond en sierlijk en haar stem danst door zijn hoofd, alsof ze net als toen weer naast hem staat.
‘Je mag het lezen. Ik heb geen geheimen voor jou.’
Veel van haar dagen zijn onbeschreven, maar hij leest wat er wel staat en al bladerend nemen haar woorden hem mee terug in de tijd.
Ken je dat?
Je gaat door het leven en denkt dat je alles hebt, dat je compleet bent.
Dan ontmoet je iemand en je beseft je dat je nog niet de helft bent van wat je zou kunnen zijn. Als anderen het zeiden moest je er eigenlijk een beetje om lachen.
‘Heb je mijn wederhelft al ontmoet?’
Nu weet ik dat het waar is.
Hij maakt mij compleet.
…
Hij liet me weer kruipen vandaag en het ging beter dan alle vorige keren. Vergeleken met de allereerste keer was het zelfs perfect.
Beelden verschijnen in zijn hoofd. Het blad begon al te verkleuren, van heldergeel tot het diepste rood. Een picknickkleed en een fles wijn. Gesprekken die alle kanten opgingen. Ze wilde dat hij haar vastbond, net als de vorige keer dat ze daar waren. In plaats daarvan haalde hij een lange reep katoen uit de tas en knoopte deze voorzichtig rond haar hals. Langzaam liep van hij van haar weg. Strak en als een helderwitte barrière kwam het katoen tussen hen in te staan en hij keek haar aan.
‘Kom.’
Haar verzet was groot die eerste keer. Ze verroerde zich niet en huilde toen hij geduldig bleef staan en haar wenkte.
‘Kom naar me toe, op handen en knieën.’
Hij keek naar haar worsteling en zag haar pijn. Ze was in gevecht omdat ze dacht dat het niet hoorde. Verlangen versus moraal. Ze moest erdoorheen. Hij wilde haar overgave, maar dat kon alleen als ze zelf naar hem toe zou komen. Vrijwillig. Zonder dwang en met eindeloos geduld.
En ze kwam, maar die allereerste keer was dramatisch.
Hij glimlacht en bladert verder door het schrift. Hij leest woorden die hij kent, maar die hem toch weer weten te raken.
Als ik bij hem ben, voel ik me transparant. Alsof hij dwars door me heen kijkt en mijn hart voor hem ziet kloppen. Alsof mijn huid verdwenen is. Mijn zielsverlangen ligt open en bloot en het staat zo dicht bij mijn kern dat ik me soms verloren waan als hij niet bij me is.
Zijn naam omvat alles wat hij voor me is en nog kan zijn.
Bladerend brengen haar woorden hem dichter bij de dag van vandaag. Haar laatste notitie van een paar weken geleden, leest hij hardop.
Zonder dat ik het wil, merk ik dat mijn huid weer aan begint te groeien en dat doet pijn …
Een onverwachte zucht veroorzaakt een schok in zijn lichaam, het schrift valt op de grond. Hij draait zich om en ziet haar grote, lichte ogen.
‘Je bent thuis.’
Met twee stappen is ze bij hem en ze laat zich aan zijn voeten op haar knieën vallen. Met trillende vingers bevrijdt ze zijn verlangen en als ze hem diep in haar mond neemt, ontvouwt zich voor zijn ogen een toekomst die hij altijd heeft gewenst.
~
Ze draagt het halssieraad dat hij haar gaf en wacht geknield op zijn teken dat ze hem moet volgen. Een ober loopt wat nerveus voor hem uit en hij geeft haar een kort knikje. Zij volgt, op handen en knieën, langs de overige tafels in het restaurant. Het uiteinde van de zilveren ketting ligt losjes in zijn hand. Hij hoeft haar niet te sturen. Ze is waar ze wil zijn en de aanwezigheid van andere mensen deert haar niet. Haar focus ligt bij hem en ze volgt hem waar hij ook gaat en wat hij ook van haar zal vragen.
Bij de tafel knielt ze naast zijn stoel en ze luistert naar de verhalen over zijn dag, terwijl hij haar kleine hapjes voert. Ze eet uit zijn hand en drinkt als hij zijn glas aan haar lippen zet. Wanneer hij het haar vraagt, ontbloot ze zonder blikken of blozen haar borsten en ze geeft geen kik als hij stevig haar tepels beroert. In haar ogen leest hij hoeveel ze van hem houdt.
~
De beelden in zijn hoofd vullen zijn borst met gloeiende liefde. Het gevoel stroomt door naar zijn kruis en komt vrij in haar warme, vochtige mond. Zijn verlangen is dat van haar en andersom. Hij zal haar altijd naast zich weten. Nu en in de verre toekomst. De tussenliggende tijd verandert daar niets aan.
geweldig mooi een spannend !