de-belofte-van-gelukMezak komt uit zijn werkkamer en luistert even naar de stilte in het huis. Hij fronst zijn wenkbrauwen.
‘Lisi?’
De snelle voetstappen die normaal volgen als hij haar naam noemt, blijven uit. Hij doet de deur achter zich dicht en loopt naar de voorkamer. Zijn vrouw ligt met een donkere doek op haar ogen op de bank.
‘Josina, waar is Lisi?’
Josina zucht en haalt de doek van haar ogen. ‘Ik heb haar naar het park gestuurd. Gabrio moest zijn energie kwijt en Donna slaapt eindelijk. Ik wil niet dat hij haar wakker maakt.’
Mezak knikt en kijkt op de grote, staande klok. ‘Hoe laat is het eten klaar?’
‘Ik heb tegen Dorie gezegd dat je over een uur wilt eten, dat klopt toch?’
Weer knikt hij. De bijeenkomst begint om zeven uur en hij houdt er niet van als hij zich moet haasten. ‘Heb je tegen Lisi gezegd dat ze dan terug moet zijn?’
‘Natuurlijk heb ik dat tegen haar gezegd. Je hoeft niet bang te zijn dat je zonder haar moet eten…’
Josina zwijgt als ze zijn blik ziet en ze slaat haar ogen neer. Mezak komt naast haar op de bank zitten. ‘Is er iets dat je tegen me wilt zeggen Josina?’
Ze schudt haar hoofd. ‘Niets, het spijt me.’
Mezak staat op en kijkt op haar neer. ‘Ik werk nog even door. Stuur Lisi naar mijn kamer als ze terug is.’
Josina knikt en kijkt hem na. Hij is haar man. De man die hemel en aarde heeft bewogen om haar te trouwen terwijl alle tradities, gebruiken en beide familie’s tegen waren. Hij beloofde haar een gelukkig leven. Een leven zonder zorgen, in weelde en rijkdom. Ze volgde hem zonder aarzelen en ging weg van haar geboortedorp. Weg van haar ouders en het leven dat ze kende. Mezak werd haar wereld, een wereld vol mooie beloftes.

Een groot deel van die beloftes is hij nagekomen. Ze hoeft maar met haar vingers te knippen en hij geeft het haar. Het grote huis waar ze wonen? Mezak kocht het omdat zij haar zinnen erop had gezet. Het doet haar denken aan het huis van haar ouders. Oud, met veel houtwerk en kamers om door te dwalen en in weg te dromen. Josina wilde kinderen? Mezak stemde toe en Gabrio kwam, vier jaar later Donna. Ze wilde een werkster en een kokkin. Mezak vond Dorie, een wat oudere vrouw die graag met haar handen bezig is. Zij houdt het huis aan kant en verzorgt de maaltijden. Josina wilde iemand die haar hielp met de kinderen, een Baboe, zoals haar moeder ook had? Lisi, de oudste dochter van een kennis van Mezak kwam en zij is er voor de kinderen. Ze speelt met Gabrio en zorgt voor Donna. Josina kan zich volledig op haar hobby’s en activiteiten storten. Ze geeft Nederlandse les aan allochtone vrouwen in het buurthuis en bijbelles aan kinderen die het vak op school niet meer krijgen. Twee keer per week gaat ze naar de handwerkclub en ze helpt de gemeente met het inzamelen van voedselpakketten voor de minder bedeelden. Wanneer ze hoort dat er ergens hulp nodig is, dan gaat ze er naar toe. Wat moet ze anders. Josina heeft tijd genoeg en geen reden tot klagen.

Soms organiseert ze een diner voor de zakenrelaties van Mezak en staat ze aan zijn zijde als ze samen de gasten ontvangen. Dan legt hij zijn hand op haar onderrug en stelt hij haar trots aan mensen voor. Dan praat ze geanimeerd met de gasten en drinkt ze wat te veel. Meestal slaapt ze die nachten bij Mezak. De wijn maakt haar warm en ontvankelijk voor zijn liefkozingen, maar ze slaapt liever niet met hem. Zijn blik verandert als ze naast hem ligt en ze is bang voor de verlangens die in hem los komen. Het zijn donkere verlangens, gevoed door monsters en demonen die zich dicht onder zijn huid schuil houden. Het zijn monsters die haar angst aanjagen.

Josina legt de doek weer over haar ogen en ze denkt aan Lisi. Het meisje werkt nu bijna drie jaar voor haar en de kinderen. Eerst zorgde ze alleen voor Gabrio, nu ook voor Donna. Lisi is lief en geduldig. Gabrio hangt aan haar en ook bij Donna ziet Josina het onvoorwaardelijke vertrouwen dat kinderen kunnen hebben voor de volwassenen om hen heen.
Lisi is niet bang voor monsters en demonen. Josine weet het. Soms hoort ze de geluiden. De harde stem van Mezak en de kreten van Lisi. Het zijn kreten van pijn en van genot. Lisi weet het donkere vuur in Mezak te temperen en Josina houdt zich van de domme. Ze doet net of ze niet weet dat Mezak het meisje ’s nachts bij zich roept en ze doet net of ze niet merkt dat het hem rustiger maakt. Sinds Mezak een andere uitweg voor zijn verlangens heeft gevonden, vraagt hij niet meer of Josina bij hem wil slapen. Hij heeft haar niet meer nodig om zijn donkere verlangen te verjagen. De nachten zijn voor Lisi. De dagen zijn ook steeds meer voor Lisi.

Ze schiet overeind van paniekerige geluiden en gebons buiten de stenen omheining van het huis. De deur van de werkkamer vliegt open en de zware voetstappen van Mezak rennen langs haar heen. Nerveus staat ze op en ze probeert hem tegen te houden. ‘Wat is er aan de hand?’
Hij geeft geen antwoord en rent naar buiten. Josina rent achter hem aan. Haar hart bonst angstig in haar keel. Achter de muur hoort ze de hoge stem van Lisi. ‘Doe open! Mevrouw, Mijnheer… alstublieft… hij ademt niet meer!’
Het verweerde hout van de deur kraakt onder de harde bonzen die het meisje maakt. Mezak opent de deur met de sleutel uit zijn broekzak en Lisi valt tegen hem aan. Zij en Gabrio zijn kletsnat en ze heeft haar armen beschermend om de jongen heen geslagen. Als Mezak hem van haar over probeert te nemen, drukt ze Gabrio stevig tegen zich aan. ‘Nee! Het was maar even… zijn bal… ik keek maar heel even de andere kant op…’
Josine ziet het bleke gezichtje van Gabrio. Zijn lippen zijn diepblauw en over zijn gesloten oogleden lopen fijne adertjes. Ze duwt haar handen tegen haar mond om het geluid dat uit haar keel komt tegen te houden. Het laat zich niet tegenhouden en snerpt hoog in haar eigen oren.
Mezak slaat zijn arm om Lisi haar schouders. Zijn stem is laag en kalm. ‘Rustig Lisi, geef me Gabrio, laat me hem helpen.’
Josine ziet de mond van Lisi bewegen, maar de woorden worden overstemt door haar eigen gegil. Mezak kijkt haar fel aan. ‘Stil Josina! Raap jezelf bij elkaar en bel 1-1-2.’
Als aan de grond genageld blijft ze staan en ze ziet hoe het slappe lichaam van Gabrio overgaat in de armen van zijn Mezak. Ze ziet de angstige ogen van Lisi en de tranen over haar gezicht. Het meisje schudt wild haar hoofd en ze snikt. Josine haalt diep adem en loopt achter haar man en Gabrio aan. Ze snauwt naar Lisi. ‘Bel jij maar! Dit is jouw schuld!’
Heel even verstijft Mezak in zijn bewegingen hij draait zich naar haar om. ‘Dit is niemands schuld Josina! Het kan me niet schelen wie er belt, maar je zorgt dat het gebeurt.’
Met een knik van zijn hoofd vertelt hij Lisi dat ze met hem mee moet lopen. ‘Diep adem halen, vertel me wat er is gebeurd.’
Josina rent het huis binnen en loopt bijna een dodelijk verschrikte Dorie omver. ‘Sta daar niet zo, stom mens, bel 1-1-2!’
Met een bonkend hart rent ze door naar de voorkamer waar Mezak Gabrio op de bank heeft gelegd. Hij buigt zich over hem heen en begint met stevige bewegingen zijn borst te masseren. Lisi staat er met een bleek gezicht naar te kijken. Hij verheft zijn stem. ‘Vertel me wat er is gebeurd Lisi!’
Josina drukt haar handen tegen haar borst en volgt de bewegingen van Mezak terwijl ze luistert naar de haperende woorden van haar kindermeisje.

Gabrio schopte zijn bal weg en Lisi ging erachter aan. Toen ze zich omdraaide was hij weg. Ze dacht dat hij verstoppertje speelde. Dat doet hij vaker. Hij vindt het leuk om zich voor haar te verstoppen. Ze werd bang toen ze de grote kringen in het water zag en Gabrio geen antwoord gaf op haar roepen. Er was niemand in de buurt. Ze bedacht zich geen moment en sprong in de vijver. Het water was koud, maar de vijver is niet diep en ze dook onder. Het was er donker en ze kan niet goed zwemmen. Ze moest drie keer boven komen om naar lucht te happen, maar toen voelde ze plotseling zijn arm.

Lisi huilt. ‘Er was niemand… Ik heb geroepen, maar er was niemand… Ik riep u… U kwam niet. Is hij… Het komt toch weer goed? U moet me vertellen dat het weer goed komt!’
Josine valt voorover op haar knieen als Mezak langzaam zijn hoofd schudt. De grote, wanhopige ogen van Lisi ziet ze niet. Ze ziet ook niet hoe Mezak het meisje zich aantrekt en huilend over zijn zoon heen valt.