Haar witte crocs piepen op het lichte linoleum. Ze loopt snel en beantwoordt glimlachend de begroeting van een patiënt die sinds gisteren op zaal ligt. Mevrouw zussemezo. Ze weet haar naam niet en de status hangt aan het bed. Het geeft niet. Haar dienst zit erop en over tien minuten kan ze eindelijk naar huis.

Haar uniform plakt aan haar rug en als de deur van de kleedruimte achter haar dichtvalt, snuffelt ze aan haar oksels. Walgend trekt ze haar neus op. Ze ruikt, en niet zo’n beetje ook.

Ze draait de douche achter het stenen muurtje open en gooit haar stinkende uniform in de grote waszak. Collega’s die net hun dienst beginnen, druppelen binnen. Invalkrachten, van een andere afdeling, of van buiten. Het is elk jaar hetzelfde. Hoogseizoen en veel van het vaste personeel gaat op vakantie. Sarah niet. Ze bewaart het tot later in het jaar. De zomers in Nederland stellen meestal niet zo veel voor, maar dit jaar …

Zonder zich aan de aanwezigheid van haar collega’s te storen, stapt ze uit haar slipje en onder de lauwe stralen van de douche. Het is net genoeg om de ergste hitte van zich af te spoelen. Zomerhitte die al dagen in haar lichaam zit, ondanks de airconditioning hier en thuis.

Ze laat haar lichaam drogen aan de lucht en kleedt zich aan. Geen slipje en een kort, zomers jurkje. Haar natte haren laten een koel, doorschijnend spoor achter op de dunne stof en haar tepels priemen brutaal naar voren.

Sarah wenst haar collega’s een fijne avond en loopt naar de hoofdingang. Zodra ze door de grote draaideur naar buiten komt, breekt het zweet haar weer uit. De hitte hangt trillend in de lucht, als dikke stroop en het drukt zwaar op haar borst. Iedere beweging die ze maakt veroorzaak nog meer zweet. Op haar gezicht, onder haar haargrens. Tussen haar benen.

Een collega van de afdeling röntgen verschijnt achter haar en laat zijn ogen langs haar nietsverhullende jurkje glijden.
‘Ze voorspellen noodweer, Sarah.’
Ze kijkt naar de strakblauwe lucht en schiet in de lach.
‘Tuurlijk Camiel, dat zeggen ze al dagen.’
Hij blijft naast haar staan. ‘Nee, echt. En het komt snel deze kant op.’
Sarah zucht diep. ‘Ik hoop het.’
‘Je kunt met me meerijden …’
Veelbetekenend kijkt Camiel haar aan. Sarah glimlacht en schudt haar hoofd.
‘Niet nodig, ik ga gewoon fietsen, misschien een andere keer.’

Alsof ze bang is voor een beetje water. Ze kan niet wachten op de verkoeling van haar verhitte huid en kokende vlees. Een zomerstorm in haar lichaam. Kort, maar hevig en verlossend.

Het fietshok is een sauna en de warmte drukt nog zwaarder. Sarah kreunt en wappert haar jurk een beetje omhoog. Warme wind streelt langs de binnenkant van haar dijen.

Met een hupje stapt ze op haar fiets, haar jurk valt rond haar billen en haar naakte huid landt op het warme zadel. Ze zwaait naar Camiel en giechelt meisjesachtig als haar rok omhoog waait.
‘Fijne avond Camiel.’

Zodra ze de hoek omslaat, ziet ze de lucht. Het strakblauwe wordt rap verdreven door een donkergrijze, bijna zwarte massa. Noodweer. Zomerregen. Storm. De wind in haar rug belet haar niet nog meer te zweten. Het verfrissende effect van de lauwe douche is alweer verdwenen. Over haar lichaam ligt een dun laagje vocht, overal. Ze glibbert op haar zadel.

Verlangend kijkt ze naar de steeds donker wordende lucht. Om haar heen ziet ze mensen alvast beschutting zoeken. Wachten tot de storm voorbij is. Sarah niet. Ze fietst de storm tegemoet en verlangt naar de beloofde verkoeling. Hij zal haar bevrijden van de brandende, geile hitte in haar lijf. Een hitte die werd veroorzaakt door de zon. Ze gaf hem haar lichaam toen hij met zijn eerste stralen kwam en hij nam haar. Keer op keer. Lustige bundels licht op haar huid zodra ze zich aan hem toonde. Zijn hitte verslindt haar.

Nu wacht ze op zijn broer en hij duwt haar vooruit, haalt haar in, ongeduldig als hij is. Nog ongeduldiger dan ze zelf is.

De takken van de bomen zwiepen wild. Tegemoetkomende fietsers staan hoog op hun pedalen om nog een beetje vooruit te komen. Mensen verschijnen uit hun huizen en halen haastig de wapperende was naar binnen. Eindelijk komen de voorspellingen uit.

Ze trapt amper, zet haar voeten tegen het frame en tilt de rok van haar jurk omhoog. De wind krijgt vrijspel tussen haar benen. Nog feller duwt hij haar vooruit en ze weet dat hij haar wil, precies zoals zijn brandende broer haar eerder nam.

Sarah ruikt de regen eerder dan ze het voelt. Het is een zware, zwangere geur. Zachte, liefkozende spetters beroeren haar huid. De wind valt stil. Een tiental trage, ademloze seconden. Dan breekt de hemel open en in een oogwenk is ze doorweekt. Haar haren plakken tegen haar gezicht, haar jurk tegen haar borsten, haar buik. Ze stapt af en richt haar gezicht omhoog. De scherpe stralen duwen haar naar een kleine beschutting langs de kant van de weg. De bomen staan er dicht tegen elkaar.

Ze is alleen met haar koele, wilde minnaar. Ongeduldig trekt ze haar natte jurk van haar lichaam. Op haar rug gaat ze in het gras liggen en ze duwt haar heupen omhoog om hem tegemoet te komen. Ruw pakt hij haar vast. Op de plekken waar zijn vingers haar raken, verschijnen en verdwijnen kleine deukjes. Ze trekt haar knieen op en spreidt haar benen. Hij komt in haar en duwt alle hitte uit haar lichaam. Met een gulzige bezitterigheid blust hij wat zijn broer veroorzaakte en verlost haar van het gloeiende vuur. Ze laat hem toe, met al zijn kracht, haar mond wagenwijd open zodat ze zijn vocht tot zich kan nemen. Net zo begerig als ze was naar de hitte, zo begerig is ze nu naar de koelte. De damp slaat van haar lichaam en uit de aarde om haar heen. De storm slaat haar neer en dooft haar verlangen, met heftige schokken in haar buik. Ze brult dierlijk en de klanken vertellen hem dat hij zijn werk gedaan heeft. Even is ze weer vrij van de hitte.

Tot zijn broer weer in de hoogte weet te klimmen. Een eeuwigdurende cirkel die haar ontwaakt en weer tot rust brengt, omdat de zon en de storm haar altijd weten te vinden.


Voor de augustus uitdaging van Pittig Proza en EroticaFest ‘vakantieliefde’ herschreef ik een ouder verhaal.