Hangend uit het keukenraam blaas ik de rook van mijn sigaret naar buiten terwijl ik met een half oor luister of Herman al thuis komt. Ik neem nog een trek, schud mijn hoofd en gooi de brandende peuk in de tuin van de buren. Elk jaar hetzelfde liedje. Middernacht, op de grens van het oude en het nieuwe jaar, maak ik mijn goede voornemens en deel ik ze met mijn lief, Herman. Op zijn beurt deelt die van hem en ze zijn al jaren hetzelfde. Ik ga stoppen met roken, meer tijd besteden aan de familie en leuke dingen voor mezelf. Herman besluit eindelijk gebruik te gaan maken van zijn dure sportschool abonnement en belooft me plechtig dat hij niet meer elke avond tot laat op de zaak zal zijn. Zoals elk jaar is januari nog niet verstreken of de voornemens liggen alweer bij het oud vuil. Het maakt niet uit. Al jaren gaat het meer om de traditie dan om het volhouden van de voornemens. Ik rook weer, het is twee weken geleden dat ik bij mijn ouders ben geweest en het enige leuke dat ik mezelf cadeau heb gegeven is een cursus boetseren en beeldhouwen. Herman heeft de sportschool welgeteld twee keer van binnen gezien en is vaker niet dan wel met het eten thuis. Het geeft niet. We zijn het gewend. We zijn aan elkaar gewend en het is oké. Ik hou van Herman, hij houdt van mij. Dat hij zo nu en dan scheve schaats rijdt met een vrouwtje van kantoor …? Daar maak ik me geen zorgen over. Hij weet wat hij aan me heeft en zal nooit bij me weg gaan. Of hij weet dat ik het weet? Nee, dat geloof ik niet en ik voel niet de behoefte het hem te vertellen. Dan moet ik namelijk doen alsof het me wel iets kan schelen en dat gooit ons rustige leventje zeker overhoop. Eigenlijk ben ik best tevreden. Ik heb een leuke baan, leuke vriendinnen en dat de ene dag naadloos overgaat in de andere sinds de kinderen de deur uit zijn … Ach, zo gaat dat. Je wordt verliefd, gaat trouwen en krijgt kinderen. Vanaf dat moment word je geleefd door het leven en dat verandert niet op het moment dat de kinderen de deur uit zijn. Dan is de gewenning al een feit en wordt het enkel duidelijker dat het leven een aaneenschakeling is van dezelfde momenten. Niet slecht, ook niet spannend.

Sinds een week of drie is daar verandering in gekomen. Bij de cursus ontmoette ik namelijk Adam en hij heeft mijn leven in positieve zin veranderd. Een verandering die, als het aan mij ligt, vanavond naar een tweede level getild zal worden.

‘Wat lach je? Binnenpretjes?’
Ik schud mijn hoofd en kijk Herman, die juist de keuken binnenkomt, aan. Ik heb hem niet thuis horen komen.
‘Nee hoor, gewoon zin in vanavond. Je eten staat in de koelkast, de oven is al aan.’
Hij knikt en geeft me een plichtmatig zoen op mijn wang. ‘Wat zie je er mooi uit.’ Zijn ogen worden groter. ‘Is dat je trouwjurk?’
Ik lach. ‘Wat er van over is ja. Ik wilde iets moois aan vanavond. We gaan naar een tentoonstelling en daarna uit eten. Misschien dat het laat wordt.’

Al weken bereid ik hem voor op deze avond zodat er later geen vragen zullen komen waar ik geen antwoord op kan geven, maar ik zie dat hij in gedachten al bij zijn eigen avond is. Met een bord op schoot voor de t.v..

In de grote spiegel in de gang bekijk ik mezelf. Het lijfje van de jurk zit net iets te strak en de twee bovenste knoopjes staan open waardoor een klein randje kant van mijn beha zichtbaar is. Ik heb de rok afgeknipt tot net boven de knie en de rafels die zijn overgebleven, laten zitten. Ik ben niet van plan de jurk vaker te gaan dragen. Het ding heeft jarenlang in een beschermende hoes op zolder gehangen. Ik weet niet  goed waarom ik hem heb bewaard, maar ik ben blij dat hij me nog past en glimlach om de symboliek van het geheel.

Bijna vijfentwintig jaar geleden verloor ik mijn maagdelijkheid in deze jurk en vanavond zal ik voor de allereerste keer in mijn leven vreemd gaan in dezelfde jurk. Ik zou willen dat ik kon zeggen dat ik me schuldig voel, maar dat is niet zo. Sinds ik Adam ken begrijp ik heel goed waarom mensen vreemdgaan.

Ik trek mijn donkere cowboy boots en mijn denim jasje aan en steek mijn hoofd om het hoekje van de kamerdeur. ‘Ik ben weg hoor, wacht maar niet op me.’
Herman steekt zijn hand op zonder zijn blik van de t.v. af te wenden. ‘Veel plezier en doe voorzichtig.’

Het eerste ben ik vast van plan, het tweede absoluut niet.

Adam wacht al op me in het café waar we hebben afgesproken en zodra hij me in het oog krijgt, lichten zijn ogen op en cirkelen de opgewonden vlinders in mijn buik. Hij is lang en stevig, heeft een volle baard, een wilde haardos en brede handen met korte dikke vingers. Hij is totaal anders dan Herman en ik realiseer me heel goed dat dit precies de reden is dat ik als een blok voor hem ben gevallen.

Ik ben niet zijn enige cursist, maar vanaf de eerste les merk ik al dat zijn interesse naar mij verder gaat dan de interesse die hij voor de andere deelnemers heeft. Tijdens iedere inleiding, waarin hij iets verteld over kunst en de geschiedenis daarvan, boren zijn ogen zich in de mijne en wanneer we aan de slag gaan, blijft hij altijd net iets langer en net iets dichter bij me staan wanneer hij instructies geeft. Zijn geur is zwaar en kruidig, vermengd met donker, mannelijk zweet en heeft een uitwerking op me die diep in mijn buik gaat zitten. Alleen al daarom durfde ik hem uiteindelijk te vragen of hij een keer zin had om wat te gaan drinken. Zonder aarzelen zei hij ja en ik zag in zijn ogen dat hij wist dat het niet bij een drankje zou blijven. Het is ook niet de bedoeling dat het bij een drankje blijft.

Adam staat op, geeft me een zoen bij mijn mondhoek en schuift galant mijn stoel naar achteren. Een beetje ongemakkelijk kijkt hij me aan. ‘Wat wil je drinken? Heb je trek? Is dit café oké?’
Ik lach en schuif de stoel weer aan. ‘Laten we hier weggaan. Ik heb trek, maar niet in eten of drinken.’
Zijn gezicht breekt open in een aantrekkelijke grijns en hij zoent me nog een keer, nu vol op mijn mond en met zijn handen stevig op mijn heupen. Zijn baard kriebelt als hij tegen mijn gezicht aan mompelt. ‘Ik hoopte al dat je iets dergelijks zou zeggen. Waar gaan we naar toe?’

Niet naar huis, want daar is Herman en in zijn huis zit zijn vrouw met twee puberdochters. Ik kijk hem ondeugend aan. ‘Het atelier?’
Hij schudt zijn hoofd. ‘Bezet. Mijn busje?’

Het is niet hoe ik het me voorgesteld had, maar als ik heel eerlijk ben kan het me niets schelen. Ik wil hem al weken en ik wil alles van hem. Zijn mond, zijn handen, zijn hele lijf, niets meer dan dat, niets minder ook. Zijn busje is een prima plek voor een liefdesnest. Ik pak zijn hand. ‘Waar sta je geparkeerd?’

We rijden naar een rustig plekje, vlak bij de moestuinen en achter hoge struiken en bomen, waar rond deze tijd van de avond niemand iets te zoeken heeft tenzij ze zich ongezien willen weten. Het is er donker, helemaal nu er dikke wolken in de nachtelijke lucht houden. Adam zet de radio aan en op het moment dat moderne hiphop muziek onze omgeving vult, begint het keihard te regenen. Onwennig kijken we elkaar aan en allebei tegelijk doen we onze mond open en weer dicht, waarop we in de lach schieten. De toon is gezet. Adam draait zich naar me toe, neemt mijn gezicht in zijn handen en kust me ruw, maar tegelijk teder en ik trek hem weer naar me toe als hij wat timide vraagt of ik het goed vind dat hij me zoent.
‘Niet praten, gewoon doen.’

Zijn mond landt  stevig op die van mij en verkent dwingend de rest van mijn gezicht en mijn hals. Voorzichtig bijt hij in mijn oorlelletje en met een zucht zoek ik zijn handen en leg ze op mijn borsten. Ik stoot mijn hoofd als hij me weer zoent en in mijn onderlip bijt. Zacht duw ik hem van me af. ‘Wat is er achterin?’
‘Niets bijzonders, wat spullen, oude doeken …’
Ik klim al over de rugleuningen, mijn rok kruipt omhoog en biedt hem vrij zicht op mijn, met zwart kant omhulde billen. Onhandig klimt hij achter me aan. Ik giechel en voel me net een schoolmeisje. Als hij naast me zit, kijkt hij me wat weifelend aan. ‘Spijt?’
‘Absoluut niet!’
Nu zoen ik hem, wild en vol overgave. Mijn tong glipt tussen zijn lippen door en glijdt langs zijn tanden en weer terug. Hij smaakt naar koffie en sigaretten. Ik leg zijn handen weer op mijn borsten en druk mezelf tegen hem aan om hem duidelijk te maken wat ik wil. Hij duwt me voorzichtig op mijn rug en langzaam glijden zijn vingers langs het lijfje van de jurk, langs het kanten randje van mijn beha en tussen de twee openstaande knoopjes door. Hij is voorzichtig. Te voorzichtig naar mijn zin en brutaal zoeken mijn handen de band van zijn jeans. Zonder aarzelen maak ik zijn riem los en laat mijn hand in zijn broek glijden. Eronder is het warm, een beetje vochtig en hij is al flink hard.
Adam houdt me tegen. ‘Rustig, ik wil dat je ervan geniet.’
Stevig leg ik mijn vingers rond zijn erectie. ‘Ik geniet, en ik wil het niet rustig.’
Ik hijg en zuig zijn tong in mijn mond. Rustig heb ik thuis al, zolang ik me kan herinneren. Ik wil dat Adam het tegenovergestelde is en het tegenovergestelde doet. Ruw, dierlijk en vol verlangen, zoals ik onder mijn vingers zijn lul vol verlangen nog harder voel worden. Hij kreunt als ik er zacht in knijp en hees fluister ik in zijn oor. ‘Neem me Adam, laat me voelen dat je me wilt.’

Zijn voorzichtigheid verdwijnt als hij ongeduldig aan de overige knoopjes van mijn jurk pielt en wanneer het hem niet snel genoeg gaat trekt hij met een ruk het lijfje open. Mijn borsten vallen naar buiten en hij begraaft zijn gezicht ertussen, schuift het kant opzij en zet gulzig zijn mond rond een tepel. Hij zuigt stevig, te stevig zelfs, maar in plaats dat ik hem van hem af duw hijg ik zacht dat ik meer wil, nog meer en nog harder. Ik trek aan zijn jeans, bevrijd zijn lul helemaal en beweeg me om hem heen zodat ik hem in mijn mond kan nemen. Hij smaakt zoet en de top is kleverig van zijn voorvocht. Het windt me op omdat ik weet dat het door mij komt, door mijn kronkelende lijf onder dat van hem en zijn mond rond mijn stijve tepel. Ik lik, zuig en neem hem steeds een beetje dieper zodat de tranen in mijn ogen springen als ik hem achter in mijn keel voel. Zinderende zoete spanning trekt van mijn tepel, door mijn buik naar mijn kruis. Heen en weer, feller en heviger tot ik tot mijn verbazing het orgasme door me heen voel spoelen. Het is lauw en tam, maar een voorbode van wat nog moet komen.

Kronkelend trek ik hem van mijn tepel en helemaal bovenop me. ‘Neuk me, neuk me nu.’

Het is pure lust. Geil en bedwelmend. Als een wildeman trekt hij mijn slip opzij en stoot in me, helemaal, trekt weer terug en stoot. De doeken onder me verspreiden een muffe geur en in mijn onderrug duwt iets scherps, maar ik voel het amper. Ook niet als zijn felle stoten me er steeds harder tegenaan duwen. Ik sla mijn benen om hem heen, lik de huid van zijn gezicht en bijt in de stof van zijn overhemd. Hij hijgt en steunt dat het te snel gaat, ik trek hem dieper in me. ‘Doorgaan … Niet stoppen.’
Zijn gezicht is rood en zijn ogen zijn samengeknepen en hij stoot door in een niet aflatend ritme, diep in mijn vlees en tegen mijn huid. Het gloeit, het vlamt en het brandt, dovend en weer aanwakkerend, steeds feller en steeds heter tot de spastische krampen onbeheerst door mijn onderbuik schieten en maar heel langzaam afnemen zonder helemaal te verdwijnen. Hij stoot door en als ik voel hoe zijn lul schokkend tot een ontlading komt, laat hij zich met een rauwe schreeuw op me vallen. Mijn benen glijden van hem af en met een bezweet gezicht kijk ik hem aan.
‘Dat was geil zeg!’

Hij mompelt iets in mijn hals en ik trek zijn mond weer naar mijn tepel. Op het ritme van zijn zuigende lippen trekken mijn kutspieren samen rond zijn lul.

Hij brengt me thuis en kijkt spijtig naar het lijfje van mijn jurk. ‘Was je eraan gehecht?’
Met een lachje schud ik mijn hoofd. ‘Het is mijn trouwjurk en hij heeft zijn nut gehad.’
Ik geef hem een zoen en open het portier. De regen stroomt nog steeds met bakken tegelijk uit de lucht en lachend hef ik mijn gezicht naar de donkere lucht en de vallende druppels. Adam grijnst.
‘Tot volgende week.’
Hij trekt het portier dicht, steekt zijn hand op en geeft gas. Ik loop het tuinpad op en zie dan Herman in de deuropening staan. Verbaasd kijkt hij me aan en zijn ogen glijden van mijn warme gezicht over het gescheurde lijfje van mijn jurk naar mijn blote benen onder de rok en langzaam zie ik de verbazing plaats maken voor begrip.

Hij heeft zijn opwindende kantoorvrouwtje, ik heb nu mijn spannende wildeman.