Hoewel de eetschalen tot op het laatste beetje saus leeg zijn, vloeit de wijn nog rijkelijk. Ik heb net fles nummer vier open getrokken en iedereen weer bijgeschonken. Drie paar ogen glanzen vochtig boven vuurrode wangen, met die van mij zal het niet heel anders zijn. Heel even is het stil. Dat wil zeggen, het gekakel verstomd. De top2000 speelt rustig door met muziek en achtergrondverhalen en ik ben geil. Alweer of nog steeds, net als ieder jaar rond deze tijd. Heel even doe ik mijn ogen dicht en geniet ik van dat gevoel en de herinneringen die daarmee over me heen spoelen. We heffen onze glazen, maar voor we een toast uit kunnen brengen op ons zoveelste ‘tussen kerst en nieuwjaar’ samenzijn, springt Rebecca, mijn op twee na beste vriendin op van haar stoel. ‘Dit vind ik nou zo’n gaaf nummer!’
Het volume van de radio gaat omhoog. Eerst horen we alleen een akoestische gitaar, maar dan klinkt de wat trashy, depressieve stem van Kurt Cobain; ‘My girl, my girl, don’t lie to me. Tell me where did you sleep last night …
‘Niet echt een vrolijk nummer Becca,’ reageert mijn op één na beste vriendin Ellen. ‘Volgens mij gaat het over een man die zijn vrouw mishandelt omdat hij denkt dat ze vreemdgaat.’
Rebecca lacht. ‘Nou en, dan kan ik het nog wel een gaaf nummer vinden.’ Luidkeels begint ze mee te blèren, maar ze stopt middenin een lange uithaal. ‘… trouwens, af en toe een flinke tik op de kont, daar is nog geen vrouw slechter van geworden …’
Ellen fronst. ‘Jezus Rebecca, realiseer je je wel wat je zegt.’
‘Ja, een tik op je kont, dat is nog geen mishandeling. Een tik elders ook niet trouwens heb ik me laten vertellen, zolang de dame in kwestie ermee akkoord gaat tenminste, toch Lorena?’ Ze giechelt en kijkt me aan. ‘Vertel eens, waar was jij kerstnacht en de twee nachten daarna?’

Mijn toch al warme gezicht wordt nog warmer terwijl de lege schalen en borden op tafel plots mijn volle aandacht vragen. De inmiddels schreeuwende stem van Kurt Cobain begeleidt de bewegingen van mijn handen en ik mompel iets over aankoeken en de vaat. Uitdagend komt Rebecca voor me staan. ‘Die vaat kan wel wachten. Het wordt tijd dat je ons gaat vertellen waar jij de laatste twintig jaar met de kerstdagen uithangt en waarom we dus nooit op die dagen kunnen afspreken.’
Ik stapel de borden op elkaar en mik het bestek in een van de lege schalen. ‘Omdat jullie die dagen druk zijn met je gezin en ik moet werken. Waarom moet ik dat uitleggen …’
Rebecca grinnikt. ‘Werken? Gisteren vertelde je me iets heel anders, weet je nog?’
‘Je bent dronken Rebekka.’ In stilte voeg ik daar aan toe; en je hebt beloofd dat je je mond zou houden. Ik duw haar nog net niet aan de kant als ik met mijn handen vol vuile vaat naar de keuken loop. Inwendig vervloek ik mezelf dat ik uitgerekend haar heb uitgenodigd hier te blijven slapen én dat ik vanmorgen de deur van de badkamer niet achter me in het slot heb gedraaid. Juist toen ik onder de douche uitstapte kwam ze binnen. De geschokte uitdrukking op haar gezicht zal ik niet snel vergeten. Haar verontwaardiging ook niet. Ik moest haar wel in vertrouwen nemen al was het alleen maar om te voorkomen dat ze me linea recta naar het politiebureau zou sleuren, nog voor ik me goed en wel had aangekleed. Daarnaast, ik wist ook dondersgoed dat geen enkel verzonnen verhaal plausibel zou zijn, dus ja. Ik nam mijn op twee na beste vriendin in vertrouwen en wens nu dat ik haar gewoon gezegd had dat ze zich met haar eigen zaken moet bemoeien.

Inmiddels heeft Kurt Cobain plaatsgemaakt voor de elektronische discoklanken en de zwoele, sensuele stem van Donna Summer; ‘Ooh it’s so good, it’s so good, it’s so good, it’s so good, it’s so good …
Ik heb de vaat op het aanrecht gezet en draai me om naar mijn vriendinnen die me nu alle drie verwachtingsvol en een beetje nieuwsgierig aankijken. Rebecca is me gevolgd en staat met een opgewonden lachje pal voor me. Haar foundation heeft zich in kleine schilfertjes beige opgehoopt in de fijne lijntjes rond haar ogen en op haar voorhoofd. De donkerrode lippenstift zweemt nog in haar mondhoeken en waaiert bijna onzichtbaar uit in de rimpeltjes rond haar mond. Ze knipoogt. ‘Kom op, laat ons ook meegenieten. Je hebt het nu lang genoeg voor jezelf gehouden. Vertel!’
Ik open de vriezer. ‘Iemand nog ijs?’
Donna Summer zingt door; ‘Ooh I feel love, I feel love, I feel love, I feel love, I feel love …
Rebecca zet schaaltjes op het aanrecht. ‘Is dat wat het is Lorena? Liefde? Eén keer per jaar?’
Met een klap zet ik de doos viennetta ijs naast de schaaltjes. ‘Wat een kutnummer is dit eigenlijk.’
Achter me schieten mijn vriendinnen in de lach en ik giechel mee. Ellen houdt de bijna lege fles wijn omhoog en Suzan, mijn allerbeste vriendin ontkurkt fles nummer vijf. ‘Kom op meid, vertel. Wat heb je te verliezen?’

Heb ik iets te verliezen? Nee, dat denk ik niet, maar mijn verhaal is van mij. Een jaarlijks terugkerend intermezzo. Een zeer fijne en welkome onderbreking in mijn dagelijkse bestaan van werk, de zorg voor mijn bejaarde moeder en uitjes in de vorm van musea en theater met mijn beste vriendinnen. Een onderbreking die maakt dat ik er weer een heel jaar tegenaan kan. En het is van mij, niet van mijn vriendinnen. Vriendinnen die me nu stuk voor stuk en steeds enthousiaster aanmoedigen ze eindelijk deelgenoot te maken van dat wat ik al twintig jaar lang voor en bij mezelf heb gehouden.

Ik zet de schaaltjes ijs op tafel. De presentator van de top2000 praat met een luisteraar die op het volgende nummer heeft gestemd. De artiest, London Grammar, zegt me helemaal niets. Weer aan tafel, neem ik een slok van mijn wijn en begin ik langzaam mijn ijs op te lepelen. Rebecca gaat tegenover me zitten en kijkt me haast een beetje smekend aan. ‘Toe nou, vertel.’
Ineens herken ik toch het nummer en zachtjes neurie ik mee. Best mooi eigenlijk, wel een beetje droevig. Gitaar en andere instrumenten die ik verder niet herken gevolgd door een heldere vrouwenstem; ‘Excuse me for a while, while Im wide eyed and so damn caught in the middle. I excused you for a while …
Speelde dit nummer ook niet toen hij … Aangename rillingen trekken door mijn lichaam en ik zucht diep. ‘Best, maar ik wil alvast zeggen dat ik geen behoefte heb aan jullie ongetwijfeld goedbedoelde meningen, dus die mogen jullie voor je houden, duidelijk?’
Ze knikken alle drie geestdriftig, Rebecca nog het meest, en gaan er goed voor zitten. Ik kijk op de klok. Het is bijna kwart voor twaalf. De top2000 speelt op achtergrond door en ik kijk mijn vriendinnen één voor één aan. Ja, ze zijn nieuwsgierig, maar ik lees ook een zweem van bezorgdheid in hun ogen en plotseling weet ik niet zo goed waarom ik juist dit stukje uit mijn leven voor mijn beste vriendinnen geheim heb gehouden.

Onder de begeleidende klanken van Herbert Grönemeyers halt mich, schraap ik het laatste beetje ijs uit mijn schaaltje. ‘… Will langsam mit dir untergehen. Kopflos, sorglos, schwerelos in dir verlieren. Deck mich zu mit Zärtlichkeiten …’ Inmiddels ben ik botergeil en ik glimlach. ‘Ik weet niet of jullie het je nog herinneren, maar ik herinner me nog iedere seconde, ieder woord en ieder beeld van die avond en die erna, alsof het gisteren was.’

Een meidenavond, een week voor kerst omdat het maar niet lukte op de dagen zelf een afspraak te maken. Ellen was hoogzwanger van haar jongste en Suzan zat middenin de voorbereidingen van haar huwelijk met Robbert. Rebecca tetterde ons de oren van het hoofd over haar allernieuwste vlam en ik was net gestart aan mijn felbegeerde baan in de beveiliging op Schiphol. De kroeg was betrekkelijk nieuw in de stad en van vloer tot aan het plafond versierd met lichtjes in alle kleuren van de regenboog. Moderne en minder moderne kersthits schalde uit de speakers boven de bar en aan de muren hingen grote posters met de aankondiging dat deze kroeg wél open zou zijn met de feestdagen. Dat was mijn eerste indruk. Mijn tweede indruk was de man die in zijn uppie aan de bar zat …

Mijn verhaal wordt onderbroken door Suzan. ‘Mijn god … die man, Angelo. Dat was me een type! Dat ik daar bijna mijn huwelijk voor aan de wilgen heb gehangen.’

Bijna ja. Maar bijna is niet helemaal.

We dronken (Ellen uitgezonderd) wijn en bier, afgewisseld met mierzoete shotjes en werden een klein beetje dronken (wederom Ellen uitgezonderd). Toen zij het, grauw van vermoeidheid, af liet weten, mengden we ons tussen de overige kroeggangers voor een potje biljart of darts. Suzan kwam terecht op de kruk naast de eenzame man die inderdaad Angelo heette en ik geef het onmiddellijk toe; ik was jaloers. Niet dat het nou zo’n bijzonder aantrekkelijke man was, maar de uitdrukking in zijn ogen … Krachtig, sterk en zich dondersgoed bewust van de uitwerking die hij op sommige vrouwen of dan in ieder geval op mij had. Met zeer grote regelmaat liet hij zijn ogen door de ruimte gaan en als zijn blik dan, heel kort, die van mij wist te vangen, was het alsof hij me vol in mijn kruis greep. In een oogwenk was ik kleddernat. Ik was niet gewoon jaloers. Ik was stikjaloers.

‘Jaloers?’ Suzan kijkt me met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Nou, ik verzeker je dat er helemaal niets was om jaloers op te zijn. Het idee dat ik me bijna door die vent in heb laten pakken. Ik begrijp nog steeds niet wat me in godsnaam bezielde!’

Dat begrijp ik dondersgoed, maar dan loop ik op de zaken vooruit. Na een klein uurtje kwam Suzan met rode konen en ogen druipend van geiligheid naar me toe. ‘Mijn god Lorena, wat een man! Zijn ogen, zijn stem, zijn geur … En dan de dingen die hij zegt … Ik ga met hem mee. Ik moet met hem mee.’
Ik probeerde geschokt te reageren, ik bedoel, over een kleine maand zou ze gaan trouwen, maar het lukte me niet zelfs maar een licht ontdane blik op mijn gezicht te toveren. Ik begreep haar veel te goed en wist dan ook alleen, wat kleintjes, uit te brengen; ‘En Robbert dan?’
Ze keek me niet aan. ‘Gewoon één keer een ander, voor ik me helemaal aan Robbert bind. Ik ken niet anders en deze man … Ik zal nooit meer om iets vragen. Robbert hoeft er niets van te weten, oké? Ik vertel hem dat ik bij jou blijf slapen, oké?’
Het waren de woorden van een smekende, knettergeile en alles om zich heen vergetende vrouw. Natuurlijk was het oké. Suzan was toen al mijn beste vriendin en de keren dat ze voor mij de waarheid een net iets andere draai had gegeven, waren niet meer op één hand te tellen. Wie was ik om haar nog een laatste avontuurtje te misgunnen voor ze zich de rest van haar leven aan één man zou binden. Ik misgunde het haar ook niet, maar ondanks dat bleef ik jaloers en kort nadat ze samen met Angelo was verdwenen hield ik het zelf ook voor gezien.

Rebecca kijkt van mij naar Suzan en dan met opgetrokken wenkbrauwen naar Ellen. ‘Nou, volgens mij is Lorena niet de enige met geheimen. Ik dacht dat we elkaar alles vertelde …?’
Suzan zucht. ‘Er viel niets te vertellen. Ik kwam tijdig bij zinnen, die vent spoorde niet. Echt niet, toch Lorena? Vertel ze dat ik nog geen uur nadat jij was thuisgekomen alweer bij je op de stoep stond met het idee dat ik aan een gevaarlijke gek was ontsnapt.’

Dat klopt. Nog geen uur nadat ik thuis was gekomen. In dat uur had ik mezelf onder de douche naar een orgasme geholpen, in de hoop dat daarmee Angelo’s roofdierachtige blik uit mijn hoofd en mijn lichaam zou verdwijnen. Dat was ijdele hoop, maar terwijl ik naakt en met natte haren in mijn bed kroop, kwam Suzan inderdaad met veel getier binnen. ‘Wat een mafkees. Ja, tuurlijk. Heilige seks en een nacht om nooit meer te vergeten, dat beloofde hij. Nou dit zal ik zeker niet snel vergeten! Ben je nog wakker Lorena?’
Haar verhaal over die mafkees deed het vuurtje in mijn binnenste nog meer oplaaien. Ze vertelde over zijn garage, met een kast vol damesschoenen en vrouwenkleding. ‘Hoerig Lorena, torenhoge hakken, kanten en satijnen niemendalletjes waaruit ik moest kiezen zodat ik eruit zou zien als een goedkope hoer. Zie je het voor je!?’
Ik kreunde zachtjes terwijl ik voor me zag hoe ik me onder zijn donkere blik in een outfit hees die zijn goedkeuring kon wegdragen. Hoe ik voor hem heen en weer trippelde op veel te hoge hakken en met mijn tieten losjes hupsend in frivool kant. Hoe ik hem verwachtingsvol aankeek en uitnodigde direct iets, wat dan ook, met me aan te vangen. Het waren beelden die versterkt werden door wat Suzan me met veel verontwaardiging vertelde. ‘Echt Lorena. Hij zou me behandelen als een hoer en meenemen naar zolder waar niemand me kon horen. Hij zou me opsluiten, vastbinden en gebruiken … Ja gebruiken, die woorden gebruikte hij … alsof ik een ding ben. Jezus, neukvlees, zo noemde hij me, neukvlees dat zich vrijwillig aan zijn voeten zou werpen. Zie je het voor je? Vrijwillig! Wat een idioot!’

Bijna ademloos luisterde ik naar haar verhaal, dat van de hak op de tak ging en mijn bloed gonzend naar een kookpunt bracht. Ik zag het voor me. Ik zag het meer dan voor me. Ik, op die plek, aan zijn voeten en onder die krachtige, sterke en geen enkele tegenspraak duldende blik in zijn ogen. Zonder woorden smekend dat hij al zijn lusten op me los zou laten, op wat voor een manier dan ook. Ik zag het niet alleen voor me, ik kon het tot in iedere vezel van mijn lichaam voelen en snakte naar een verlossing van dat gevoel. Naar het moment dat ik alles los mocht laten en weg kon kruipen bij die man die precies zou weten wat ik nodig had. Dat vertelde ik niet aan Suzan. Ik beaamde haar woorden. Inderdaad, wat een idioot. Heel goed dat ze maakte dat ze wegkwam. Ze kroop naast me in bed en liet een verontwaardigde kreet horen. ‘Vlak voor ik de deur uit stormde zei hij nog dat ik wist waar ik hem kon vinden, mocht ik van gedachten veranderen.’
Ik hield mijn adem in. ‘Waar dan?’
‘In de kroeg natuurlijk … Het idee! Denkt hij nou echt dat er vrouwen zijn die voor zoiets te vinden zijn!?’
Onrustig draaide ik me op mijn zij, mijn rug naar haar toe. ‘Misschien, op ieder potje past een deksel toch?’
‘Nou, die dekseltjes zijn ook gestoord … Wat een idioot!’
Met die woorden draaide ze zich om. Af en toe mompelde ze zacht. Woorden in dezelfde strekking als eerder. Wat een gek, een idioot, een mafkees. Rijp voor het gesticht, enzovoort, maar uiteindelijk viel ze in slaap en liet ik met een zwaar bonzend lichaam mijn fantasie de vrije loop, helemaal naar die garage met hoerige kleding en een donkere zolder waar ik alles met me zou laten doen.

Ik val stil en kijk naar de klok. Het is kwart over twaalf geweest. De top2000 draait The cure en ik verwacht half dat Rebecca opspringt om het geluid voluit te draaien omdat ze dit ZO’N SEXY nummer vindt, maar ze blijft me, net als Suzan en Ellen meer dan nieuwsgierig aankijken en ik haal diep adem. Robert Smith laat zijn melancholieke stem vol trieste neerslachtigheid horen en heel even dein ik mee op de suggestieve tekst; ‘Be still, be calm, be quiet now my precious boy. Don’t struggle like that or I will only love you more, for it’s much too late to get away or turn on the light …
Rebecca heeft hoe dan ook gelijk. Het is een vreselijk sexy nummer.

En toen, Lorena …?’
Suzan krijgt bijval van Rebecca. ‘Ja, Lorena. En toen?’ Ze wipt verhit op en neer op haar stoel, waardoor de wijn uit haar glas over haar hand klotst. Giechelend duwt ze haar vingers tussen haar lippen en met haar mond vol spoort ze me aan verder te vertellen.

Ja, en toen? De eerste dagen was er helemaal geen sprake van en toen. Ik probeerde alle gedachten aan Angelo’s blik ver weg te stoppen, maar hij bleef me achtervolgen hoe vaak ik ook tegen mezelf zei dat sommige fantasieën misschien wel beter in de kast kunnen blijven, hoe geil ze me ook maken.

Ik kijk mijn vriendinnen niet aan. ’Ken je dat gevoel, dat je wel moet? Hoe vaak je jezelf ook wijs probeert te maken dat je helemaal niets moet, dat je het niet nodig hebt en zelfs heel goed zonder kan? Dat wordt zo’n alles verslindende gedachte dat je uiteindelijk niets anders kunt dan gehoor geven aan het gonzen van je bloed.’

Dus. Kerstavond rond een uur of elf trok ik richting dezelfde kroeg en voor het gemak had ik mezelf ook meteen maar in mijn meest hoerige outfit gestoken. Nerveus, maar vooral krampend van de geiligheid en tegelijk verwachtend dat het op een enorm fiasco uit zou lopen want natuurlijk had hij al lang een gewillig type gevonden. Een man met dergelijke verlangens gaat echt niet zitten wachten. Zo’n man houdt zijn ogen wagenwijd open en slaat toe zodra hij de kans krijgt. Zo’n man volgt, net als ik deed, de zware, niet te negeren roep van hete, zinnelijke begeerte.

In de kroeg was het rustig, de bezoekers waren op twee handen te tellen en Angelo zat op dezelfde barkruk als de vorige keer. In zichzelf gekeerd en geen acht slaand op zijn omgeving. Ik haalde diep adem, ging naast hem zitten en zei zacht; ‘Ik ga met je mee.’
Hij gaf geen blijk dat hij me had gehoord, dronk zijn glas leeg en stond op terwijl hij een biljet van tien euro op de bar legde en de barman wenkte. ‘Ik ga ervandoor, fijne dagen.’
Ik hoorde zijn stem voor het eerst. Die was zacht en vlijde zich met warm rollende letters als een fluwelen lasso om me heen. Ik kon niets anders dan me op mijn kruk naar hem toe draaien. Hij pakte mijn hand en liet zijn vingers vederlicht over mijn palm en pols dansen. ‘Als jij met mij mee wil dan zul je me dat eerst op de juiste manier vragen.’
Ik voelde mijn hartslag in iedere vezel van mijn lichaam en kon niet wachten tot ik het ritme van het zijne leerde kennen. ‘Mag ik met u mee, Mijnheer?’
Ook de glimlach rond zijn volle lippen vond met een duikvlucht alle geheime plekjes in mijn lichaam. Ik merkte dat ik zachtjes zat te hijgen, met open mond en mijn tong een beetje naar buiten. Zijn glimlach verbreedde zich en hij trok me van mijn kruk mee naar buiten en naar zijn auto. Hij opende het portier aan de bijrijders kant, legde zijn vingers onder mijn kin en duwde mijn gezicht omhoog zodat ik hem wel aan moest kijken. Zijn blik pinde me vast en deed mijn klit zachtjes zwellen. Zijn woorden maakten me kleddernat. ‘Als je nu instapt ben je de komende dagen en nachten van mij. Ik neem aan dat je geen plannen hebt en niet gemist zal worden. De ochtend na kerst breng ik je naar huis, eerder niet.’
Ik wilde, gretig als ik was, al in zijn auto stappen, maar hij pakte mijn gezicht stevig vast. ‘Ik meen wat ik zeg. Als je instapt, is er geen weg meer terug. Je zal doen wat ik zeg, zonder aarzelen. Is dat wat je wil?’
Ik knikte ademloos en hij hield het portier verder voor me open. ‘Ga zitten, ontbloot je tieten en spreid je benen. Later zal ik je straffen voor het feit dat je me zo lang hebt laten wachten.’

We reden in stilte. Een autorit van nog geen tien minuten en al die tijd had ik mijn benen wijd en mijn tieten bloot. Ik stelde geen vragen. Als ik heel eerlijk moet zijn waren al mijn vragen verdwenen zodra ik naast hem aan de bar ging zitten. Het kon me niet schelen waar hij me naar toe zou brengen en al helemaal niet wat hij met me zou doen. Ik wist nu al dat ik hem op geen enkele manier zou hinderen.

Stipt om middernacht, eerste kerstdag, parkeerde hij de auto in zijn garage. Hij zette de radio aan en de eerste klanken van de top2000 deinden om ons heen. Eindelijk ontmoette mijn hartslag de zijne. Zonder iets te zeggen opende hij zijn broek en hij duwde mijn hoofd stevig in zijn kruis. Zijn hartslag lag in mijn mond, op mijn tong en achterin mijn keel. Zijn geur was rauw en aards. Ik ademde hem in en weer uit in een wat onregelmatig, maar zeer prettig ritme. De top van zijn middelvinger tussen mijn billen volgde dezelfde cadans.

Ik zucht diep en observeer mijn nagels. De top2000 is aanbelandt bij nummer vijfhonderdzestien en zonder acht te slaan op de reacties van mijn vriendinnen neurie ik zachtjes mee met de tekst. ‘ … Ik weet niet of het goed of slecht is, dat ik met je vrijen wou. En wat een ander ook mag zeggen, ik vond het fijn bij jou …

Ik vind het fijn. Elk jaar en al twintig jaar lang. Drie nachten en twee dagen ben ik bij en van Angelo en geef ik hem toestemming al zijn lusten op mij te botvieren. Zijn liefdesspel is als een woeste orkaan, een ervaring die breekt met alle dagen ervoor en in de dagen erna koester ik de sporen van die orkaan op mijn lichaam. Sporen die tot ver in het nieuwe jaar zichtbaar blijven. De rest van het jaar stort ik me op mijn werk, de zorg voor mijn bejaarde moeder en afspraken met mijn beste vriendinnen. In werkelijkheid tel ik de uren en lig ik ergens in de hoeken van mijn donkerste fantasieën op de vloer van Angelo’s zolder met mijn tieten op de grond en mijn kont omhoog te wachten op en te smachten naar het laagst genoteerde nummer van de top2000. Een nummer dat elk jaar anders is, maar altijd het startsein voor allesverslindende, perverse uren vol lust en genot.


Ik schreef dit verhaal voor de Pittig Proza uitdaging van december 2022 met het thema ‘seksdate’, deze uitdaging verscheen samen met de gelijknamige uitdaging van Erotica Fest van NBRPlaza.

Nieuwsgierig naar de genoemde nummers uit de top2000 in dit verhaal? Luister dan van 29 op 30 december tussen 22:00 & 01:00 naar de top2000 op NPO radio 2