Aan de rok van haar witte prinsessenjurk hangen linten met vuurrode kralen. Eerder vandaag nam hij haar tot zijn vrouw. Nu laat hij iedereen nog een keer zien dat hij voor haar gekozen heeft.
Zijn hand schuift onder haar oksel door en rust op haar schouderblad. Haar rechterarm ligt op zijn bovenarm en schouder. Lees verder
Tag: schrijfwedstrijd
Voor de vierde ronde van de schrijfmarathon schreef ik ‘Een bloeiende voorstelling.’ In deze ronde was het de bedoeling dat we een metafoor uit de eerste ronde gebruikten en deze verder uitwerkten tot een erotisch verhaal van maximaal 250 woorden. Ik gebruikte de metafoor ‘Prima Donna’ van Bleu Suede Shoes: Haar vingers spelen een ritmisch spel, rode nagels trippelen over haar huid. Haar handen als een strijkstok, zichzelf bespelend maar vooral het publiek.
Gekleurde lippen openen als de knop van een roos. Ze staat in bloei, haar stem klinkt zacht, zuiver en zinderend.
Mijn verhaal behaalde in deze ronde bij de jury een gedeelde eerste plaats. Door het publiek werd mijn inzending minder gewaardeerd. Uiteindelijk behaalde ik in deze ronde de 12e plek en sta ik in het klassement nu op de 8e plaats. Ik ga dus door naar de vijfde schrijfronde!
Mijn inzending lees je hieronder. Lees verder

Stemmen 4e ronde schrijfmarathon
Een beetje nerveus hield ik 28 januari 2017 mijn inbox in de gaten, want op die dag ontvingen alle deelnemers van de schrijfmarathon de allereerste opdracht en dit was meteen geen eenvoudige: Lees verder
Zwetend wordt hij wakker en automatisch tast zijn hand naar de lege plek naast hem. Zijn eigen schuld. Het berichtje dat hij haar stuurde was kort. ‘Het is over.’
Ze werd hem teveel, hij had ruimte nodig. Haar antwoord was nog korter. ‘Lul.’
Sindsdien droomt hij van haar hitte en heeft hij spijt. Soms voelt hij nog de weke stevigheid van haar openingen rond zijn geslacht. Hij mist haar zoete razernij en experimentele hartstocht. Altijd wild. Nooit genoeg. Lees verder
Het licht doet pijn aan haar ogen en scherpe steentjes snijden in haar voetzolen. De dorst brandt in haar keel. Ze valt, staat weer op en rent verder naar de rand van het bos. Ze durft niet om te kijken naar de uitgestrekte vlakte die achter haar ligt. Er is daar niets anders dan de paarsrode gloed van bloeiende heideplanten. Ze moet naar de schaduw en de beschutting van het bos. Daar zal ze veilig zijn.
Geluiden komen achter haar aan en jagen haar op. Ze hoort een woest brullende stem. Hijgend en huilend negeert ze de steken in haar zij. Haar hoofd is licht. Keer op keer valt ze, en keer op keer krabbelt ze overeind. Als ze eindelijk de rand van het bos bereikt, blijft ze rennen. Scherpe stekels snijden in de huid van haar benen en haar haren blijven vastzitten in laaghangende takken. Het rennen wordt lopen, het lopen wordt strompelen. Het water van de smalle beek verkoelt even haar brandende voeten. Op handen en knieen kruipt ze over een heuvel. Ze snikt, weet zich omhoog te duwen en valt naar beneden. De stem komt dichterbij. Het geluid lijkt haar in te halen en ze hoort haar naam. Ze schudt haar hoofd. Ze gaat niet terug. Ze wil niet terug.
Ze twijfelt en leest voor de zoveelste keer de woorden op het kleine stukje karton.
Wat drinken?
De man uit de supermarkt. Ze zag hem gisteren. Hij had rode wijn en oude kaas in zijn mandje. Ze weet dat het kaartje van hem is. Hij moet het in haar jaszak hebben laten glijden toen hij tegen haar aanliep. Herinneringen aan woorden uit haar jeugd glijden in haar hoofd.
‘Nooit met vreemden meegaan. Je weet niet wat ze van je willen.’
Hij moet haar al eerder gezien hebben, waarom anders dat kaartje.
Ze vraagt zich af of ze contact met hem op moet nemen. Ze vraagt zich af waarom ze het niet zou doen.
Ze kent hem niet, maar een drankje met een volslagen vreemde klinkt veel aanlokkelijker dan het geneuzel van de mensen die ze wel kent. Veel spannender dan de saaie etentjes bij haar ouders en de slaapverwekkende avonden met haar vriendinnen. Avonden met gesprekken over buren die ze niet kent en echtgenoten en kinderen die ze niet wil leren kennen. Lees verder
De leegte in haar bed neemt bezit van haar lichaam. Hij is weg. Drie dagen en nachten van ongeremde passie zijn voorbij. Nog steeds voelt ze zich verlamd. Spierpijn en een gloeiende huid. Haar borsten voelen beurs. Bonzend verlangen tussen haar benen.
Met een zucht draait ze zich om en ze dommelt weer weg, geniet van de flashbacks.
Ze schiet overeind door het geluid van haar telefoon. Haar stem schor. Herinneringen aan haar gekreun, haar geschreeuw. Zijn stem.
‘Al wakker schoonheid.’
Klaarwakker, en met het horen van zijn stem, haar verlangen naar zijn aanwezigheid ook.
‘Zit je al in het vliegtuig?’
‘Nog niet. Ben je naakt?’
‘Altijd.’
HIj weet dat het zo is. Voor hem wel. Open en bloot, haar hele ziel.
‘Dat was geil… je kan hard komen, ik kon het voelen, elke keer.’ Lees verder
Wat zeggen anderen …