Janaila loopt langs de tafeltjes van haar klas, soms buigt ze zich even naar een kind toe. Ze kijkt mee, geeft aanwijzingen en helpt ze verder voor ze doorloopt naar het volgende tafeltje. Ze kijkt op de klok, luistert naar de stilte en het gekras van de potloden op het papier. Vriendelijk knikt ze naar de directeur die langs het lokaal komt lopen met een donkere man aan zijn zijde. Voor het raam van haar klas blijven ze staan en als ze de man aankijkt ervaart ze een vreemde sensatie in haar buik. Ze voelt dat haar gezicht warm wordt en gaat verschrikt aan haar bureau zitten, staat weer op als na een een kort klopje de deur van het lokaal open gaat
‘Het spijt me dat ik stoor Janaila, dit is de heer Manuputty, hij komt even naar het raamwerk kijken. Schikt het?’ De concentratie van de kinderen is verdwenen en ze bewegen onrustig heen en weer, kijken naar de twee mannen die door het lokaal lopen. Janaila knikt.
‘Prima, we gaan wel even naar buiten. Ze zitten lang genoeg binnen. Kom kinderen, jassen aan.’
Ze klapt in haar handen en luidruchtig worden de stoelen naar achteren geschoven. Vrolijke stemmen galmen door het lokaal. Nog een keer klapt ze in haar handen.
‘En een beetje stil. De andere groepen zijn nog aan het werk.’
Ze voelt de ogen van de donkere man in haar rug branden als ze met de kinderen het lokaal verlaat. Lees verder
Wat zeggen anderen …