Eind 2016 schreef ik mij in voor de schrijfmarathon van dit jaar. Ik was al een tijdje een trouwe lezeres en stemmer bij de eerdere editie, maar besloot dat het tijd werd om zelf ook een keertje mee te doen. Hierbij had ik geen enkele illusies. Ik las alle verhalen met grote bewondering en zelfs een beetje jaloezie. Geweldige schrijvers, prachtige verhalen – daar kon ik nog wat van leren. Begrijp me niet verkeerd. Ik vind dat ik best leuk kan schrijven, maar ik vind dat sommige collega-auteurs nog veel leuker schrijven. Ik verwachtte er voor mezelf dan ook niet veel van, maar hey, het gaat om de oefening en het plezier van het meedoen. Lees verder
Tag: Ewa Nederland (Pagina 1 van 4)
Het was toch zeker haar eigen schuld.
Zoals dat mens daar stond, met d’r mond open als een vis die wanhopig naar adem lag te happen. Als ze dat nou was blijven doen, was er nog niets aan de hand geweest, maar nee hoor. Ze moest ‘t zo nodig op een krijsen zetten, als een loeiende sirene. Lees verder
Zodra hij de deur opent, vallen de geuren die zo bij haar horen over hem heen en daarmee ook de herinneringen. Dit is nog steeds haar plek, haar thuis en nu wordt het ook weer dat van hem. Met een glimlach haakt hij de sleutel aan zijn bos. Het metaal heeft een diepe afdruk in het leer van zijn portefeuille achtergelaten. Hij weet dat de afdruk maar langzaam zal vervagen.
Zijn blik valt op de foto’s op het lage kastje in de woonkamer. Haar ouders, haar twee zussen en daartussen zijn gezicht in een donker frame. Mensen die belangrijk voor haar zijn. In de keukenkast staat haar koffiemok rechts naast die van hem en in de slaapkamer is het bed alleen aan zijn kant opgemaakt. Aan de andere kant zijn de lakens rommelig opengeslagen. Daar slaapt zij, altijd aan zijn rechterkant, ook als hij er niet is. Omdat ze weet dat hij dat graag zo wil. Nog steeds. De tussenliggende tijd heeft niets veranderd. Lees verder
Patty
Lieve Boris,
Mijn cel is ongeveer vier vierkante meter. Dat is niet zoveel, zeker niet vergeleken met mijn schrijfkamer thuis. Ik heb het ermee te doen, ik gebruik nu de hele ruimte als mijn bureau. Op de betonnen vloer en het dunne matras van mijn krakkemikkige bed liggen overal met potlood beschreven blaadjes, zoals je van mij gewend bent.
Ik schrijf je omdat we elkaar nog steeds niet hebben gesproken sinds het proces. Is dat omdat je niet durfde, na alles wat er is gebeurd? Ik snap dat wel, het is ook niet niks natuurlijk.
Ik slaap moeizaam hier. Niet alleen omdat ik met regelmaat gekrijs, gekreun en gehuil door de eindeloze witte gangen hoor galmen, maar ook omdat ik er steeds aan terugdenk.
Ja, ik kan helder denken nu, dat is een zegen en een vloek. De eerste weken was het afkicken verschrikkelijk, maar nu ik nuchter ben en het verlangen naar mijn roze pilletjes is afgenomen, word ik bestormd door herinneringen en inzichten. Het houdt me wakker.
Weet je nog Boris, weet je nog die keer dat je naar me toesloop toen ik in diepe concentratie achter mijn bureau zat? Ik zie het allemaal zo levensecht voor me, dat ik soms twijfel of je er echt bent of dat het alleen een naschok is van het universum – rimpelingen van dingen die lang geleden zijn gebeurd. Alsof ze nu pas bij me binnenkomen. Ik heb je tekort gedaan Boris. Ik had je toen moeten zien zoals ik je nu zie. Wat snak ik naar die tijd en wat zou ik het nu anders doen, maar ja, achteraf is het makkelijk praten. Lees verder
Schrijven is verslavend … toch?
Ik denk dat de meeste schrijvers dit met me eens zullen zijn. Het creëren van een ‘eigen’ wereld, zelfs je personages bedenken en laten groeien, of niet natuurlijk. Het is maar net wat je voor ogen hebt. Het is ook verslavend omdat het een wereld is waarin je echt de controle hebt, waarin alles kan gaan zoals jij dat zou willen, maar dat zijn niet automatisch de beste en mooiste verhalen. Veel mooier is het als de verhalen een kant op gaan die je zelf niet helemaal had verwacht en het beste is dan als het ook nog eens lijkt te passen. Vooral in de verhalen die ik schrijf voor mijn andere project Gaisha, gebeurt dit vaak. Er is een algemene verhaallijn, een plot, maar ik kom soms verrassende zijpaden tegen die ik maar al te graag insla en die de verhalen enorm veel diepgang geven. Dat vind ik leuk. Lees verder
Zijn laatste edelsteen
Met een zucht sluit Julia de deur achter Maurice. Ze wil niet alleen zijn. Het huis doet iets met haar en het veroorzaakt een vreemde, hete spanning in haar lichaam. Toch kan ze niet weg. Ze heeft ja gezegd. De grond waarop het huis is gebouwd, is goud waard. Als ze hier een jaar lang blijft wonen is het van haar en mag ze het verkopen. Ze is niet van plan dat op te geven alleen maar vanwege een vreemd gevoel in haar lichaam.
Stil gaat ze door de donkere kamers met hoge ramen en antiek meubilair. Onder aan de brede trap steekt ze de kaars in haar hand aan en langzaam stapt ze op de krakende treden. Als ze boven is huivert ze en ze voelt haar tepels onder de stof van haar jurkje hard worden. Ze verbeeldt het zich niet. Het gebeurt altijd hier, net of iemand langs haar loopt en haar even plagend aanraakt. Het wakkert de hitte in haar lichaam nog meer aan, terwijl het allang geblust zou moeten zijn. Twee heftige orgasmes en de smaak van Maurice nog op haar tong. Ze zou voldaan en slaperig moeten zijn, maar ze is alweer geil en verlangend naar meer.
Naakt en bij het eenzame licht van de flakkerende kaars, trekt ze zich terug onder haar dekbed van ganzendons. Vlak voor ze de kaars uitblaast, meent ze een beweging in de hoek van de kamer te zien. Ook dat gebeurt elke avond. Ze weet niet wat het is en het jaagt haar angst aan, maar ze kan niet weg. Ze heeft al ja gezegd. Lees verder
Seksbloggers Index – Editie #6
26 maart dit jaar schreef ik een stukje over de Seksbloggers Index die elk half jaar door Ewa-Nederland en NBR-Plaza wordt geüpdate. Lees verder
Je zei dat je je veilig voelde bij mijn lach en dat je er een warm gevoel van kreeg, dus ik lachte, maar eigenlijk was ik doodsbang. De hele tijd.
~
Als de witte lichten van de elektromagnetische pods verder de stad in verdwijnen en het constante salvo van de zware mitrailleurs is afgezwakt, verlaat Vico zijn schuilplaats.
Gebouwen zijn ingestort of staan op instorten, hele wegen zijn weggeslagen en de bruggen die de smalle eilanden met elkaar verbonden, zijn gewoon verdwenen. Overal liggen lichamen, van burgers en soldaten en de lucht is dik en donker. Vico raapt een zwaar machinepistool op, hangt het over zijn schouder en volgt het lawaai en de lichten naar het centrum. Hij laat zich op de grond vallen, wanneer er een ijselijke kreet door de lucht klinkt. Boven zijn hoofd vliegt een enorme vogel, een gedrocht van loshangende, rode stukken vlees en verschroeide veren. Hij heeft ze eerder gezien, deze en andersoortige wezens. Ze leven op de uitgestrekte vlaktes rond de stad waar ze zich voeden met elkaar en met de angst van gestrande reizigers of waaghalzen. Nu komen ze af op de geur van angst en verderf in de stad. Het zijn moordwapens zonder orders, aaseters. Ze kiezen geen kant. Het is de wil om te overleven en die is sterker dan welk bevel dan ook.
Met trage slagen van de grote vleugels suist het beest over zijn hoofd, richting het amfitheater, richting geluiden die duiden op gevechten. Vico krabbelt overeind. Wie daar ook vechten, ze zijn niet opgewassen tegen een beest als dit. Niet als ze niet weten wat zijn zwakke plek is. Vico weet dat wel. Rennend gaat hij achter het beest aan. Lees verder
Wat zeggen anderen …