Even na zessen ruimt ze op. Ze maakt het kleine keukentje achterin de winkel schoon en pakt de dozen die ze van huis heeft meegenomen uit. Kleine vaasjes, twee porseleinen poppen en een aantal nieuwe jurken. Haar voorraad gaat altijd sneller in de decembermaand.
Neuriënd verandert ze de outfit van haar paspop. Ze vindt het prettig om in de stilte bezig te zijn. Haar gedachten waaien dan alle kanten op en ze komt vaak op de leukste ideeën.
Ze schrikt als ze het winkelbelletje hoort. Ze loopt naar voren en roept al.
‘Ik ben gesloten.’
Minggus kijkt haar aan. ‘Dan moet je de deur op slot doen, iedereen kan naar binnen lopen. Dat vind ik geen prettige gedachte.’
‘Ik was vergeten te sluiten.’
‘Dan zorg je dat dat niet meer gebeurt.’
Ze knikt. ‘Ik ben nog wat aan het rommelen. Dat gaat het best als er geen klanten meer komen.’
‘Voortaan wil ik dat weten.’
Hij draait de knip op de deur en sluit de donkerblauwe gordijnen.
‘Ik ben bijna klaar.’
‘Je bent nu klaar. Kleed je uit.’
‘Wat? Nee, niet hier.’
‘Waarom niet?’
‘Dit is mijn winkel, mijn werk. Ik kan niet …’
‘Waar ik wil, weet je nog? Ik was al bij je thuis, jij niet. Kleed je uit.’

Ze kijkt naar de gordijnen en weet dat niemand haar kan zien. Hij heeft de deur op slot gedraaid, er zal niemand binnen komen. Ze begint zich uit te kleden. Minggus volgt haar bewegingen. Ze zal protesteren als ze weet wat hij wil gaan doen. Het zal gebeuren. Ook dat weet hij. Ze doet alles wat hij van haar vraagt. Ze kan niet anders. Ze wil het ook niet anders.

Als ze uitgekleed is, kijkt ze hem aan. Ze weerstaat de neiging haar armen voor haar borsten te leggen. Het voelt raar om hier naakt te staan, midden in de winkel met haar blote voeten op de tegels. Minggus wijst naar de grond.
‘Kom voor me zitten. In positie.’
Ze knielt en hij haalt een leren riempje uit zijn zak. Het heeft een zilveren gesp, in het midden hangt een zilveren ring.
‘Doe je haar omhoog.’
Ze doet en maakt haar hals iets langer zodat hij er goed bij kan. Hij doet haar de halsband om en haakt zijn vinger door de zilveren ring.
‘Van mij. Deze halsband zal je extra laten voelen dat het zo is.’
De zwarte doek en het touw dat hij ook uit zijn zak haalt kent ze al. Ze blijft stil zitten terwijl hij haar blinddoekt en haar polsen op haar rug aan elkaar bindt. Hij zegt dat ze mag gaan staan en helpt haar omhoog.
Zijn hand verschijnt tussen haar benen. Hij lacht zacht.
Ze is al nat. Het gaat sneller dan hij had gedacht. Alles wat hij met haar doet en tegen haar zegt. Hij weet dat het haar op den duur in een constante staat van opwinding zal brengen, waar ze ook is. Het geluid van zijn stem, het gevoel van het touw op haar huid en nu ook de halsband. Hij had niet verwacht dat het zo snel zou gaan.

Ze kreunt als hij in haar tepels knijpt en ze stevig tussen zijn vingers rolt.
‘Zo wil ik je, nat en zichtbaar opgewonden. Ik wil het kunnen zien en kunnen voelen. Ik wil het kunnen ruiken. Altijd, waar we ook zijn.

Hij draait haar rond. Ze verliest het gevoel van richting zodat ze niet weet waar ze precies staat. Minggus pakt haar bij haar bovenarmen en duwt haar voor zich uit. Hij fluistert in haar oor.
‘Je staat nu voorin de winkel. Voor je hangt het gordijn dat de winkel afsluit van buiten.’
Hij duwt haar gezicht een beetje naar voren. De stof van het gordijn raakt haar wangen en haar neus.
‘Ik tel straks langzaam tot tien en doe dan het gordijn open.’
Zoë snakt naar adem, schudt haar hoofd en probeert zich uit zijn handen los te trekken.
‘Jij blijft staan. Je beweegt niet en praat niet. Je verzet geen stap. Ik zal je straffen als je dat wel doet.’
‘Ik wil niet … het is nog vroeg. Mensen zullen me zien. Ze zullen weten dat … Ik wil het niet.’
Minggus negeert haar gestamel, blijft haar vasthouden en begint langzaam te tellen.
Beelden razen door haar hoofd. Ze ziet de mensen die dagelijks voorbij haar winkel komen. Onderweg naar het werk en weer terug naar huis. Mensen zullen haar herkennen. Ze zullen haar zien. Gebonden en geblinddoekt. Ze zullen over haar praten. Ze zal klanten kwijt raken. Er kunnen kinderen langskomen. Wat als Valerie langskomt, de voorzitter van de winkeliersvereniging …
‘Nee, het kan niet … Je mag niet …’
‘Vijf …’
Haar ademhaling gaat snel. Waarom wil hij dit? Het is vernederend. Wat probeert hij hiermee te bereiken? Wil hij dat anderen haar zien? Dat anderen naar haar kijken, naakt als ze is? Wat heeft hij nog meer in zijn hoofd?
‘Negen …’
Zoë schudt haar hoofd en voelt haar tranen. Ze gelooft hem niet. Alleen van hem heeft hij gezegd, niet voor andermans ogen.
Ze hoort dat hij het gordijn openschuift en voelt dat hij weer achter haar gaat staan.
‘Blijven staan. Ik ben bij je, bij tien gaan ze weer dicht.’

Weer telt hij langzaam. Zoë huilt en knijpt haar ogen stijf dicht. Ze voelt de kou van het raam.
Naakt en uitgestald alsof ze een voorwerp is, een ding zonder gevoel en zonder wil. Bezit, zijn bezit. Wat zij wil telt niet. Hij kan doen wat hij wil.
‘Tien.’

Hij schuift het gordijn weer dicht. Zoë merkt dat ze haar adem heeft ingehouden, laat de lucht vrij en begint harder te huilen. Hij praat tegen haar.
‘Niet huilen. Ik maak je blinddoek los, sta stil en kijk.’
Het donker verdwijnt, Zoë knippert met haar ogen. Ze zijn troebel van de tranen.
Ze staat achter in de winkel, met haar neus tegen het gordijn van de paskamer. Minggus schuift het gordijn weer open en ze ziet zichzelf in de spiegel. Ze begint nog harder te huilen.
‘Maar jij zei … ik voelde het. Ik voelde de kou. Jij zei …’
‘Mindplay Zoë, meer niet. Jij geloofde het, dat is waar het om gaat.’
Hij maakt voorzichtig haar polsen los.
‘Kleed je aan dan breng ik je naar huis. Dit was wel weer even genoeg spanning.’
Ze kleedt zich aan. Het was echt. Ze geloofde hem echt.
‘Dat was niet leuk.’

Minggus lacht hard en trekt het gordijn van de kleedkamer weer dicht.
‘Het is ook niet de bedoeling dat jij het leuk vindt Zoë.’


Dit verhaal is een hoofdstuk uit het vierde deel uit het verhaal van Zoë, ben je hier nieuwsgierig naar dan vraag ik je vooral geduld te hebben. Binnenkort kom ik met meer nieuws rond dit personage. Voor #JanuariKinksFetishes2021 heb ik het iets ingekort zodat ik het kan gebruiken voor dag 15 ‘Public humiliation’