Gisteren las ik ademloos de laatste 50 pagina’s van Rouwdouwers de debuutroman van Falun Ellie Koos. Ik zat in de zon, op een terras en de tranen liepen over mijn wangen. De overige terrasbezoekers konden me niets schelen. Wat een machtig mooi boek.

Nu, een dag later, merk ik dat de verschillende personages maar moeilijk van me los komen. Ada, Broos, Molina, vader en zeker ook de honden Lutien en Bella. In 235 pagina’s zijn ze onder mijn huid en in mijn hart gekropen.
Die tranen zeggen overigen niet dat het boek vol tranen zit. Ik heb regelmatig moeten lachen. Die balans heb ik er zeker in gevonden, al werd ik regelmatige diep geraakt door bepaalde scènes;

“Je liet je handje naast het bed bungelen, alsof het toevallig ging, maar wel zodat ik erbij kon. Je zei nauwelijks hoorbaar: ‘Sorry.’ Ik keek naar het silhouet van je mollige hand in het donker. Ik streelde met mijn goede pink kort over de fluwelen rug van je hand, over je ongeschonden knokkels.”

Rouwdouwers leest in een reeks van korte hoofdstukken door het heden en verleden van de hoofdpersoon en vertelt op die manier beetje bij beetje over de bijzondere band tussen Ada, haar broertje en de andere personages.
Zoals ik al zei, machtig mooi. Hoe mooi moet je absoluut zelf gaan ondervinden.

Rouwdouwers