Ze heeft haar zicht niet nodig om de ruimte om zich heen te kunnen zien. Geluiden en geuren vertellen het haar. Wanneer ze haar voeten verplaatst schuren zand en kleine steentjes onder haar zolen. Een waterige kilte is al helemaal in haar lichaam omhoog gekropen en verkrampt de spieren in haar hals en schouders. De ongemakkelijke houding waarin ze zich bevindt doet de rest. Haar borsten wijzen naar de grond. Ze vindt het niet prettig en mist de stevige verpakking die het vlees normaal gesproken belet de bewegingen van haar lichaam te volgen. Ergens achter haar drupt het. Ze stelt zich voor dat water langzaam langs de muren sijpelt en de druppels een ondiep kommetje in de vloer veroorzaken. Drup, drup, drup. De kom wordt groter, groot genoeg om uit te drinken. Als een kat, op handen en voeten, haar tong lepelend in de verkoelende druppels.

Ze slikt en roept nog maar eens een keer. Het geluid is zwak en komt niet ver genoeg om terug te galmen. Ze wiebelt met haar billen, haar borsten schommelen en een vervelende kramp schiet in haar kuiten. De spieren in haar schouders branden. Haar besef van tijd is al even verdwenen. Vlak nadat de deur dichtviel begon ze de seconden te tellen. De chaos van haar gedachten liet haar constant opnieuw beginnen, tot ze het maar opgaf. Ze heeft geen idee hoe lang ze hier al staat. Het lijken uren.

Verlangend denkt ze aan het moment dat ze hier kwam, voor hij haar naar binnen bracht. De zon verwarmde haar huid, het hoge gras kietelde de binnenkant van haar dijen. Hij liep voor haar uit en trok haar achter zich aan. Als een stuk vee, zonder acht te slaan op haar struikelende passen. Haar hakken zakte diep weg in de vochtige grond. Het dunne jurkje bleef achter in de auto. Ze vond het spannend en het werd nog spannender toen haar duidelijk werd waar hij haar naar toe bracht. Het stenen gebouw met de afgebrokkelde toren doemde plotseling op. De ramen dichtgespijkerd met houten planken, maar de deur hing nog in zijn omlijsting. Erboven was duidelijk de verkleuring van een groot kruis zichtbaar. Ze giechelde nerveus.

‘Hoe weet je dit soort plekken toch altijd te vinden? Wat gaan we hier doen?’

Ze verwachtte geen antwoord. Hij sprak al uren niet. Zijn zwijgen was haar straf, dat wist ze. Ze had geen idee dat haar straf nog vele malen groter zou worden.

‘Vergeef me.’

Ze fluistert en smakt, steekt haar tong uit in de hoop dat het geluid van de druppels haar lippen bereikt.

Ze wilde hem uitdagen, uitnodigen haar te laten voelen dat ze de zijne is. En het was onschuldig. Geen grote misstap. Ze heeft hem niet bedrogen. Dat zou ze nooit doen. Haar plek is naast hem, altijd, maar de laatste tijd voelde ze zich verwaarloosd. Dat gevoel groeide toen ze hem vertelde over het berichtje van een vriendin.

‘Ik heb je nodig vanavond. Ga je mee de stad in?’

Zijn reactie was tam, zelfs een beetje achteloos.

‘Doen meisje. Veel plezier.’

Daarna bleef het stil. Ze weet van wie ze is. Toch stak het dat hij haar daar niet even aan hielp herinneren. Ze werd er een beetje baldadig van en toen er geen reactie kwam op de outfit die ze koos, werd ze zelfs een beetje boos. En ook een beetje roekeloos.

‘Vergeef me mijn lief.’

Gearmd met haar vriendin liep ze die avond door de stad en ging ze van kroeg naar kroeg. Ze werd zelfs een beetje dronken. Nu ze alle tijd heeft om terug te denken aan die avond weet ze ook dat toen de wroeging om de hoek kwam kijken. Het warme gevoel van alcohol in haar lichaam hoort bij hem. Op dat moment had ze naar huis moeten gaan. In plaats daarvan ging ze dansen en bekeek ze zichzelf in de grote spiegels bij de dansvloer. Ze zag zichzelf zoals hij haar graag ziet. Vrouwelijk, sensueel, geil. Het fluwelen jurkje als een tweede huid om haar volle rondingen. De aanzet van haar borsten uitdagend in het decolleté. De rand van haar kousen soms net een beetje zichtbaar. Ze zag ook de begerige blikken van anderen en ondanks dat haar wroeging groter werd, genoot ze ook. Kijken mag.

Maar kijken mag niet. Niet als hij niet bij haar is. Dat weet ze. Ze vroeg het hem ooit.

‘Waarom niet?’
Hij sloeg bezitterig zijn arm om haar heen en vatte een borst in zijn hand. ‘Precies hierom. Je bent van mij. Ik wil dat anderen dat zien. Hoe laat jij anderen zien dat je van mij bent als ik er niet ben?’

Weten is niet altijd genoeg. Soms moet het zichtbaar zijn. Juist wanneer anderen denken dat ze haar misschien kunnen bezitten, al is het maar voor één nacht.

Niemand wist het, niemand zag het en ze liet anderen denken dat ze haar zouden kunnen krijgen. Het was een spel. Een onschuldig spel. Ze koketteerde, knipperde met haar ogen, liet haar handen gedachteloos langs haar in fluweel verpakte borsten glijden, lachte om woorden die niet echt grappig waren.

Toen ze diep in de nacht thuiskwam was haar hart leeg. Haar lichaam zat vol hete blikken en niet al te subtiele toespelingen. Een geile, maar verlaten opwinding die desondanks een uitweg zocht via haar vingers.

Toen heeft ze hem bedrogen. Ze is immers van hem. In alles is ze van hem.

‘Wil je dat?’

Hij vraagt het haar regelmatig. Haar antwoord is altijd ja. Het is wat ze wil. Ze behoort hem toe. Alles behoort hem toe. Haar lichaam, haar hart, haar gedachten, haar lust. Ook haar zonden. Het is wat ze wil, wie ze is. Van hem. Hij mag alles met haar doen. Hij mag alles van haar eisen.

‘Vergeef me mijn lief, ik heb gezondigd.’

Zwijgend hoorde hij haar biecht aan. Zwijgend klikte hij de leiband rond haar hals en zwijgend bracht hij haar hier.

Liever staat ze een uur in de hoek van de kamer, met haar neus tegen de muur, haar handen op haar rug en zijn aanwezigheid op de achtergrond. Veel liever voelt ze het scherpe leer van zijn riem op haar billen. Tien keer. Twintig keer. Zo vaak als hij nodig vindt. Dit is erger. De ergste straf ooit. Niet weten waar hij is, zelfs of hij er wel is. Nooit eerder voelde ze zich zo verlaten.

De tijd verstrijkt met de druppels op de vloer. Te langzaam voor seconden. Tellen heeft geen zin. Ze weet niet of de zon nog schijnt, of het al avond is, nacht misschien. Ze beweegt een beetje om het bloed te laten stromen en wordt beloond met hete scheuten in de spieren van haar schouders. De kettingen die haar handen hoog boven haar hoofd tillen rinkelen. Haar blaas is pijnlijk vol en ze kan niet anders dan vol schaamte haar urine laten lopen. Heet stroomt het langs de binnenkant van haar dijen. Haar tranen stromen net zo heet. Nog meer druppels.

Ze kan niet meer stoppen met huilen, ook niet als ergens een deur open gaat en voetstappen haar kant op komen. Het blijft donker, maar zijn handen liggen even warm rond haar borsten en veroorzaken dan een scherpe hitte. De klemmen waar ze zo’n hekel aan heeft verwarmen haar bloed. De gewichtjes trekken haar tepels nog dichter naar de grond. Zijn voetstappen verdwijnen. De deur gaat weer dicht.

Het schommelen van haar borsten veroorzaakt nu hete sensaties in haar bloed. Ze hijgt om de pijn op te vangen en verdwijnt in haar lichaam. Haar hartslag wint het van het ritme van de druppels.

Voetstappen verschijnen en verdwijnen weer, net als zijn handen. De koude plug die hij bij haar naar binnen duwde neemt de warmte van haar bloed over. De hitte in haar lichaam vertaalt zich naar druppels op haar huid.

De derde keer worden de voetstappen vergezeld door een licht, zoemend geluid. Ze herkent het meteen en haar hart mist een aantal slagen. De klemmen aan haar tepels verfoeit ze, maar ze houdt van de vibraties die hij nu tussen haar gespreide benen duwt. Het is een van zijn favoriete spelletjes met haar lichaam. Hij geniet als ze kronkelt, jammert en hem smeekt haar te laten komen.

Het gezoem overstemt de druppels. Zijn lichaamswarmte verjaagt de kou en ze voelt zijn ogen. Haar ademhaling versnelt. De trilling is te hard, te direct. Ze probeert er van weg te komen. De kettingen houden haar op haar plek en de gewichtjes aan haar tepels zwaaien wild heen en weer. De spieren in haar onderlichaam lijken de plug nog dieper naar binnen te zuigen en het komt, vanuit haar buik, nog heel even …

De trillingen verdwijnen en ze kreunt teleurgesteld. Hij loopt om haar heen. Haar ademhaling en hartslag komen tot rust, de hitte hoog tussen haar benen niet. Hij streelt haar billen, haar rug en draait haar haren rond zijn hand. Ze schokt wild met haar hoofd als de vibraties weer verschijnen. Haar hoofdhuid brandt.Veel sneller is ze nu bij dat punt. Hij stopt weer. Keer op keer brengt hij haar tot het randje. Keer op keer tilt hij haar er net niet overheen. Haar lichaam is een grote, brandende bal vol genot en het is van hem. Alleen van hem. Ze fluistert schor.

‘Mijn lief, vergeef je mij …?’

Hij komt in haar met zijn handen stevig op de huid van haar billen, zijn duimen tegen de plug. Haar hete, vochtige vlees opent zich zonder moeite voor zijn vurige, barbaarse stoten. Ze deint, sopt en klotst wild mee in zijn bewegingen. Ze smeekt of ze mag komen, of ze het hem mag geven. Hij staat het haar niet toe en blijft verbeten in haar pompen tot zijn druppels zich eindelijk met die van haar vermengen. Haar bloed suist in haar oren en ze draagt zijn zwaar hijgende lichaam op haar rug.
Hij fluistert schor.

‘Voel je nu weer van wie je bent?’