Met een veelbelovend lachje schreef ze het adres in de palm van mijn hand. ‘Kom hier naar toe. De deur gaat rond middernacht open.’

Nu zit ik in een rokerig dranklokaal waar benevelde geesten zich kunnen verlustigen aan lage gedachten. Afwachtend staar ik naar het kleine podium. Donkere stemmen juichen als het rode gordijn open gaat. Op een laag krukje zit zij, naakt. Ze kijkt me aan. De intens felle blik in haar ogen brengt met een schok de lust in mijn lichaam tot leven. Wanneer zachte muziek begint te spelen, vergeet ik mijn omgeving. Ik zie alleen nog maar die prachtige vrouw. Haar vingers spelen een ritmisch spel. Rode nagels trippelen over haar huid. Haar handen als een strijkstok, zichzelf bespelend, maar vooral het publiek. Gekleurde lippen openen als de knop van een roos. Ze staat in bloei. Haar stem klinkt zacht, zuiver en zinderend.

De lonkende klanken dagen me uit bij haar op het podium te klimmen en tussen haar gespreide benen zak ik op mijn knieën. Wulps biedt ze me haar borsten aan en ik bijt gulzig in haar heerlijke vlees. Het gejuich zwengelt aan. Haar handen openen mijn broek en vinden het bewijs van mijn begeerte. Ze slaat haar benen om mijn heupen en trekt me in haar geurige bloem. Warm en vochtig omsluit ze mij en met tedere stoten ontvouw ik de laatste tere blaadjes van haar uitbundig bloeiende roos.

Rondom ons regent het papiergeld en munten